De keramische beelden van van Netty van den Heuvel laten zich het beste omschrijven als tekeningen in de ruimte. De beelden lijken door het open geweven karakter bijna transparant te zijn en hebben door hun vorm een relatie met natuur en architectuur. Twee uitgangspunten liggen ten grondslag voor deze open constructies:
Skeletbouw, het dragende. Een vlak grondplan met geometrische patronen is het begin. Vervolgens wordt laag op laag opgebouwd. De basis hoeft niet de onderkant van het werk te blijven.
Huid, het omhullende. De vormen komen d.m.v. een mal tot stand. Het lijken groeisels te zijn met een intuïtive benadering.
Structuur, vorm en lichtval worden verwerkt tot een optimaal driedimensionaal beeld. Het werk kan naar alle kanten gekanteld worden. De plaatsing van het werk wordt bepaald door lichtval en ruimte.